Oh jee, wat doen we met een kwee
Meneer heeft de smaak van het publiceren te pakken. 2011 wordt het jaar waarin hij zijn verbijsterende kookklasse zal paren met zijn formidabele dichtkunsten. Een titel voor zijn gebundelde kookcoupletten wordt nog gezocht, maar bovenstaande betoverende titel maakt een goede kans.
Maar terzake.
Want meneer had een paar kilo kweeperen. Zomaar gekocht bij de Turk. Omdat ze er lagen. Omdat ze altijd vagelijk exotisch aandoen wat meneer wel kon gebruiken bij die weersomstandigheden. Omdat meneer inmiddels hersteld was van eerder kweepeerzeer. (*note to self: ook een goede titel*). Kweeperen dus. Wat maak je daarvan, als rechtgeaarde kweepeerverwerker: gelei en membrillo (kweepeerpasta) natuurlijk. Nu dacht meneer dat dat hetzelfde was. Of hij dacht het eigenlijk niet eens. Het was een onuitgesproken zekerheid. Diezelfde waarmee hij meent dat de vrouwtjes altijd voor hem smelten. U weet wel. Maar het bleek niet te kloppen. Kweepeergelei en kweepeerpasta zijn twee verschillende producten. (Zou dat van die vrouwtjes dan ook… Ah shit.) Het mooie is wel dat je de gelei én de pasta van dezelfde kweepeer kunt maken. Een double whammy, zou mijn moeder zeggen. Ik mis haar nog elke dag. Meneer leerde het allemaal op kweepeer.nl, uw en zijn schijnend kweepeerbaken.
Kweepeergelei
Meneer had een kilo of twee. De peren sneed hij in vieren en zette ze op met ruim water. Koken maar met die hap. Na een paar uurtjes was het water roodachtig en de peren zacht, maar nog wel heel. Hij liet de perensoep afkoelen. De volgende dag haalde hij de peren uit hun vocht en zette het nogmaals gezeefde perensap op een pan met vuur. Nadat dit ongeveer tot driekwart was ingedikt mat hij de hoeveelheid vocht (pas op voor je vingers) en voegde ca 500 gram suiker toe per liter perenpus. En roeren en koken maar weer. Toen het licht stroperig begon te worden was het tijd om de consistentie in de gaten te gaan houden. Hij zette daartoe een schoteltje in de koelkast en liet op dit koude schoteltje af en toe een druppel kweesap vallen. Toen dit direct stevig gelei-achtig werd en niet meer vloeide was zijn kweepeergelei goed. In schoongemaakte potten gedaan, deksel erop, op z’n kop weggezet tot het afgekoeld was.
Verrukkelijk spul, maar wat moet ik in hemelsnaam met een paar potten kweegelei. Ik ga het niet allemaal opeten. Ik weeg 72 kg. Ik ben daar gek.
Kweeperenpasta of membrillo
De inmiddels afgekoelde zachtgekookte peren ontdeed meneer van hun klokhuizen en daarna van hun vorm door ze een beurt met de staafmixer te geven. Hij voegde op eigen initiatief de schil van een halve citroen toe, en een snufje kruidnagel. Leek hem lekker. Aan deze kweekwak voegde hij vervolgens iets minder dan het eigen gewicht aan suiker toe. Dit mengsel werd heel langzaam gekookt. Okke waarschuwt op zijn site voor twee dingen: 1) dit duurt lang, “wel een half uur”. Meneer gebruikte een pan met een behoorlijk dikke bodem die hij plaatste in een koekenpan met een al even dikke bodem. Dit geheel verwarmde hij op het laagst mogelijke wateetonspitje. Zo zorgde hij ervoor dat zijn suikerkweeslushi niet aanbrandde. Non-stop roeren kan natuurlijk ook, maar dat is niet echt des meneers. Op deze wijze duurde het bij meneer niet een half maar wel 24 halve uren voor zijn membrillo de juiste, zeer dikke, consistentie had bereikt waarbij het makkelijk van de pan losliet. Okke’s 2)de waarschuwing betrof de potentiele schade aan lijf en leden. De dikke pasta gaat tijdens het koken namelijk ‘ploppen’ in plaats van rustig borrelen, waarbij loeihete kweekwakken door de keuken worden geëjaculeerd. Bij meneer hingen de vellen erbij. Een theedoek over zijn complete arm en het afwenden van zijn staalharde kaaklijn boden de beste bescherming. De membrillo werd prachtig. En lekker.
Membrillo gaat, gesneden in plakken (want zo dik werd het) uitstekend samen met een pittige kaas. Theoretisch dan. In de praktijk laat meneer het gewoon twee weken op zijn aanrecht liggen en gooit het dan weg.
0 reacties op “Oh jee, wat doen we met een kwee”
Geef een reactie
Misschien vind je dit ook leuk
Ultieme patat of friet maken volgens de triple cook methode
Kan de klassieke Vlaamse friet nog beter? Nog krokanter? Ja, dat kan hij. Met de triple cook methode. Check hieronder het recept, inclusief filmpje.
Varkensaspic recept
Een mooie varkensaspic, zeker als deze op natuurlijke wijze gemaakt is, is een kunststukje en een smaakexplosie. Check het filmpje en recept.
agenda
DROOM JIJ ER OOK VAN OM MIDDEN IN DE ZWEEDSE NATUUR EEN EDELHERT UIT TE BENEN?
Schrijf je nu in.
Wateetons wilde weekend
Deze juf heeft toevallig in de vakantie ook een kweepeerexperiment uitgevoerd. Geheel mislukt trouwens. Maar alles voor de wetenschap. Omdat juf S. een hekel heeft aan alles wat met huishouden te maken heeft, heeft zij dus ook de schurft aan een half uur non-stop roeren. Dus dacht ze slim te zijn door de kweeperenprut in de slowcooker te mikken en daarna lekker naar bed te gaan. Toen ze de deksel op de slowcooker legde en de pan op HIGH zette, wist ze eigenlijk al dat dat fouteboel zou worden. En jawel, na het schoonheidsslaapje van 8 uur was de prut donkerbruin verbrand, maar nog steeds niet stevig. Gelukkig heeft ze een holenbeervriend die alles lust waar suiker in zit.
Nu geeft juf S. niet zomaar op: binnenkort haalt ze bij de Turk opnieuw een kweepeerportie en laat die weer in de slowcooker indikken, maar dan wel zonder deksel en terwijl ze dapper wakker blijft.
en misschien niet op high?
😐
Ja, moet dan wel even kijken bij welke stand de brij plopt. Misschien is LOW voldoende.
Overigens wel een geniaal apparaat, die slowcooker. ‘s Ochtends letterlijk alles rauw in de pan mikken (niks eerst even aanbraden), de deur uit gaan en ‘s avonds staat bij thuiskomst een heerlijke stoof te wachten.
Nee, niet weggooien, meneer. Kijk hier nog eens: http://marsepein.blogspot.com/2010/11/carne-de-membrillo.html
de helft kan je aan de kinderen voeren onder het mom van snoep, en de rest plak je aan een stukje oude kaas vast. Een kind kan de was doen, echt waar. Je staat toch niet voor niets die 24 halve uren te sloven in de keuken, verdorie!
Vroegah, halverwege de jaren zeventig, moest ik bij mijn moeder achterop de fiets en sjeesden we drie wijken door op jacht naar kweeperen in het gemeentegroen. Stond je weer eens in de bosjes naast een speelpleintje of op een ruim bemeten vluchtheuvel. Zelfs al kon mijn moeder er best lekkere gelei van maken, en zelfs al was het oer-Wildplukwijzer, ik vond dit toch een behoorlijk genante bedoening als 9-jarige. :oops:.