Wateetons zomerproject: de pizzaoven
Websites, boeken, rijpingskasten, opleidingen. Meneer heeft projecten nodig anders wordt hij onrustig. Druk is goed, ledigheid is des duivel dingdingesen. Het volgende project staat al vast: een pizzaoven. Te bouwen op het landgoed Den Drie Wateetonschen op de Veluwe. Een project dat zich niet in één wateetonsweekend en één wateetonsstukje laat afronden. Bovendien wil meneer u al die fijne ‘ah shit’-momenten niet onthouden. Zomerproject 2012 wordt dan ook Zomerstuk 2012. Op deze plek, en handig te bereiken via een linkje in de sidebar, de hele zomer lang ovengerelateerde wanhoopupdates, vloekposts en frustratiestukjes.
9-12 mei 2013: nat en zagen
Veel regenval en dus weinig steense activiteiten. Maar pizzaoven bouwen is vooruit kijken. Zo gaat meneer straks de koepel niet in de lucht en op het oog metselen. Hij heeft op zijn minst een hulpstuk nodig om de straal van de koepel (35 cm) constant te houden. Meneer wil dat doen met behulp van een voorgevormde koepel van zand. Maar hoe zorg je dan weer dat déze koepel de juiste vorm heeft. Daar komen MDF en een figuurzaag om de hoek kijken. Meneer zaagde vier halve bollen met een straal van 35 cm uit en fabriceerde daarvan allereerst een (uit twee delen bestaande) bodemplaat. Die komt ter hoogte van eerste rij staande stenen. Deze bodemplaat staat dan op paaltjes bovenop de stenen ovenvloer. De gehele koepel begint dus pas op één hoog, if you will. Verder maakte hij een gekruisde koepel van hout. De vier kwarten vult hij straks met zand met een heel klein beetje cement er doorheen om het enigszins vormvast te maken. Als de koepel eenmaal netjes gemetseld is trekt meneer de paaltjes onder de bodemplaat vandaag, schuift het zand eruit, sloopt met zijn anglegrinder (bitch) de restanten hout en zijn koepel is klaar.
Kunt u het een beetje volgen?
1-6 mei 2013: pizzapenarie!
Na maanden onder het plastic verborgen te zijn geweest, mocht meneers pizzaoven deze week de zon weer aanschouwen. Alhoewel, verborgen… Meneer wilde weer voor een tien eurocentmuntje op de eerste rang zitten en had aan het eind van de vorige zomer in de allergoedkoopste winkel het allergoedkoopste afdekplastic gekocht. Dat plastic kon niet tegen zon, zo bleek, en ook niet zo goed tegen wind. Of zuurstof. Gaten, scheuren, opwaaiende zomerplasticen. De pizzaoven kon op zijn beurt weer niet zo goed tegen vocht. Dat werd pijnlijk duidelijk toen meneer het allergoedkoopste plastic van zijn allerduurste oven trok. Zijn ovenvloer was bemost. Uit de kieren tussen de stenen keken pissebedden verstoord op. Kieren die er bij het leggen niet inzaten. Evenals die pissebedden. Veel erger nog was dat de eerste ring van zijn oven op meerdere plekken gebroken was. Met kracht. Steenbrokken van tientallen kilo’s waren centimeters verschoven. Tenslotte was er zand onder de ovenvloer weggespoeld, waardoor met name bij de rand vloerstenen waren verzakt.
Een zooitje, kortom. Een onherstelbaar zooitje zelfs. Er zat niet anders op om, na een uurtje wenen, de mouwen op de rollen, de biceps te oliën en de hele oven af te breken en opnieuw op te bouwen. In eerste instantie dacht meneer dat alleen de eerste ring hersteld moest worden. Maar toen hij bij elke vloersteen die hij optilde een nieuw nest pissebedden vond, en de breedte van de kieren nog eens in betraande ogenschouw nam, besloot hij ook de ovenvloer opnieuw te leggen. Het onderstel, waar de meeste uren in hebben gezeten was gelukkig nog intact.
Waar ging het mis? De eerste gedacht was dat regen (die vooral de buitenste stenen had geraakt) het zand onder de vloer had weggespoeld, waardoor de vloerstenen verzakt waren en de ring was gaan hellen. De kracht die er daardoor op kwam staan deed hem breken. Schoonvader Wateetons kwam met een andere suggestie: het metselwerk was van boven in de voegen ingeregend. Het uitzetten door bevriezing deed het sloopwerk. Deze hypothese past wat beter bij het feit dat de ring op meerdere plekken was geknapt. Bovendien weet schoonvader Wateetons aanzienlijk meer over dit soort zaken dan meneer. In beide scenario’s was vocht in ieder geval de boosdoener.
Eigenlijk ging het herstel best snel. Het zullen die beoliede biceps zijn. Met bijtel beitel met bijtelling en hamer hakte meneer de specie tussen de stenen los. En op één na wist meneer alle stenen te redden. De ovenwand stond los van de vloer dus dat was ook geen probleem. En de stenen van de vloer lagen op hun beurt weer los in het zand. De zon op zijn bol, een Martini Rosso bij de hand en pizzas on his mind: de bodemplaat legde meneer zowaar in een middagje. Niet zo messcherp als de eerste keer, maar toch zag het er weer best aardig uit. En met een beetje planning wist hij de vloer zelfs weer zo terug te leggen dat alle randstenen weer op hun plek kwamen. Samen met dochter Wateetons tekende hij de cirkel van de oven weer af en zette, bij wijze van test, de eerste ring van stenen op zijn plek. Dat zag er toch al weer heel aardig uit…
Het was tijd om weer naar huis te gaan. Meneer kocht het grootste en duurste zeil dat hij kon vinden om de oven af te dekken. Wel weer bij de goedkoopste winkel. Hij kan het niet laten.
25-30 augustus 2012
Zes weken werk, tientallen manuren, duizenden kilo’s steen, beton en specie. En voor wat? Een fundament. Een stenen huisje. Te klein om in te wonen, te groot om weer dicht te gooien. Feitelijk had meneer dus nog geen steen gelegd aan zijn pizzaoven en was alles tot op heden voorbereidend werk geweest. Niet minder bevredigend, overigens. Zelden was meneer zo tevreden met het resultaat van zijn arbeid. Maar toch, een pizzaoven was het doel, en de hoogste tijd.
De eerste stap: isolatie. Onder de pizzaoven legde meneer twee calcium-silicaat platen van 100x50x5 cm. Vreemd, gipsachtig spul. Heel kwetsbaar. Meneer plaatste ze direct op het beton, zonder cement of anderszins. Hij doet maar wat, zoals u weet. Op de platen kwam de bakvloer, gemaakt van chamottestenen, gelegd in een laagje fijn zand. Meneer gebruikte oorspronkelijk metselzand, maar dat bleek wat grof en stug. Meneer kreeg er de stenen niet mooi ingeklopt. Gelukkig was er nog een speelzandhoopje van dochter Wateetons, onder een afdakje. Mooi fijn, en zeer droog zand. Meneer moest het wel eerst zeven om de steentjes en legoblokjes eruit te halen. Een buurtkat bleek het ook fijn zand te hebben gevonden. Het leggen kostte een paar uur, want de vloer moest mooi vlak en waterpas liggen zonder uitstekende stenen waar deegresten of pizzascheppen achter kunnen blijven haken. Dat lukt goed. Zoiets mag ook wel eens gezegd, niks geen ‘ah shit’ dit keer. De stenen legde hij in een fraai visgraatmotief, ook weer met als reden de kans op stoten op een voeg met de pizzaschep zo klein mogelijk te houden. Er is een groot stratenmaker aan hem verloren gegaan.
Je kunt bij de ovenbouw kiezen om de vloerplaat ín de oven te laten vallen, en dus de koepel om de vloer heen te bouwen, of de koepel óp de bakplaat te laten rusten. De eerste variant schijnt de beste isolatie te geven. Het vereist echter dat je de bakvloer perfect rond kunt zagen, hakken of breken. Immers, je wilt geen speling of gaten tussen de bakvloer en de koepel. U begrijpt, meneer ging voor optie twee. Zeker toen bleek dat chamottestenen veel lastiger op maat te hakken zijn met bijtel en hamer dan kalkzandsteen of baksteen. Het werd dus uiteindelijk een vrije grove cirkel, waar je straks overigens niks meer van ziet omdat er een decimeter isolatie omheen gaat.
De bakplaat was nog the least of our problems, haktechnisch. Er moesten nog tientallen stenen doormidden, de boog moest nog gemetseld worden en mooi aansluiten op de koepel. Met name de laatste stenen van de koepel vereisen secure maatvorming. Kortom, er was meer nodig dan hamer en bijtel. Er zat niets anders op dan dat meneer het mannelijkste der mannenspeeltjes aanschafte: de haakse slijper.
Wat een beest van een machine. Het slijpt zonder aanziens des materiaals overal doorheen. Steen, ijzer, beton en knie. Meneer snijdt er inmiddels zelfs zijn bammetjes met kaas mee door. Gewoon, omdat het kan. Overigens prefereert meneer de term ‘Angle Grinder’. Nog net even zestien keer mannelijker. Bitch.
De koepel dus. Die krijgt een diameter van 70 cm. 60 was eerst het plan, maar er bleek nog wat ruimte te zijn op het fundament. Dus op het laatste moment (lees: ná het bestellen van de chamotte stenen) besloot meneer de diameter te vergroten. Denk nu niet: 10 cm, dat is toch niks. De oppervlakte van een halve bol is 2x pi x de straal in het kwadraat. De hoeveelheid stenen die je nodig hebt gaat dus kwadratisch omhoog. Dat geldt ook voor de ovenvloer. Hij gaat dus niet uitkomen met zijn voorraad, maar dat zien we dan wel weer. 70 cm is overigens nog steeds een mini-oventje. Op internet begint het bij 90 cm, en ik geloof dat Mick van Il Pecorino er een van 1,5 meter heeft. Omdat de koepel een halve bol is is meneer’s oven bij 70 cm diameter slechts 35 centimeter hoog. En daar moet nog een deur uit, meestal zo’n 60% van de hoogte. Probleem: door een deur van 20 cm hoog kun je nauwelijks een brood heen krijgen natuurlijk. We besloten de oven dus op te tillen, en te beginnen met een steen op zijn kant van 21 centimeter hoog. De koepel begint daarmee dus pas bovenop die steen en wordt dus 21+35 = 56 cm hoog. Daar past dan weer wel een deurtje in van zo’n 30 cm. Dit is overigens geen ongewone start van een oven.
We tekenden een cirkel van 70 cm om de bakvloer en daar omheen metselden we de stenen aan elkaar. Aan elkaar, niet aan de bakvloer. We gebruikten daarvoor vuurvast cement. Vreemd, bruin, tamelijk lastig te verwerken spul. Het droogt razendsnel. Het vlekt ook nogal op meneer’s maagdelijk gele stenen, maar is met water weer redelijk weg te vegen. Na een dag drogen is het keihard.
De opening van de oven wordt een boog, met een deurbreedte van 35 centimeter en een -hoogte van 32,5 cm. De rookvang, met schoorsteen, zullen we er apart voor metselen. Dat is van later zorg. Gelukkig maar, want we hadden onze handen vol aan de boog. Meten, meten, meten en steeds heel voorzichtig kleine stukjes weg anglegrinden (bitch) totdat de stenen pasten. De eerste drie steentjes aan beide zijden kostten ons een hele ochtend.
En toen was de vakantie op. Meneer moest weer naar huis. Zonder pizza gegeten te hebben, maar zeer tevreden over zijn vorderingen en hopeloos verliefd op wat ooit zijn pizzaoven zal worden. Over een paar weken gaat hij verder. Als hij het zo lang zonder haar volhoudt.
24 augustus
Leuke steentjes trouwens, meneer’s nieuwe voorraad. ‘Vuilwerk’, dus lekker goedkoop. Zo’n 18 cent per stuk. Meneer kocht er 170. Daar kun je nog eens wat van bouwen. Maar ze heten niet voor niks zo. Veel van de stenen zijn aan de randen te hard gebakken, waardoor ze glad groen gesmolten zijn. Dat staat raar in je gevel, maar meneer maalt meer om zijn portemonnee dan om het uiterlijk van zijn (onderstel van zijn) oven. Na het afronden van het onderstel (waarvan schoonmoeder wateetons dacht dat het de oven zelf betrof) werd het zo langzamerhand tijd om aan de koepel te denken. Een koepel die je niet maakt van gewone bakstenen, en al helemaal niet van ‘vuilwerk’. Dat was meneer eerst wel van plan. Met reden, want een pizzaovensteen kost wel iets meer dan 18 cent. Maar, metselstenen werden hem ontraden. De ovensteen (een ‘chamottesteen’) heeft een grote warmteopslag en kan uitstekend herhaaldelijk opwarmen en weer afkoelen verdragen. Daar zijn gewone bakstenen niet voor gemaakt. Ach. Je bouwt zo’n oven maar één keer. En dan was er nog het toxische stoffen-dingetje, waarvan je met de foodgrade chamottestenen in ieder geval geen last van hebt. Kortom, dat werd zoeken naar de goedkoopste chamotte-steen leverancier. Meneer kwam terecht waar hij begonnen was, bij broodoven.com. De stenen daar zijn €2 per stuk. Een godsvermogen, maar nog altijd veel goedkoper dan elders waar ze soms wel €3,80 per stuk kosten. Uiteindelijk schafte hij bij broodoven.com de volgende zaken aan:
- twee calcium-silicaatplaten, ter isolatie van de ovenvloer (voor onder de stenen dus) 5x50x100 cm
- 85 chamottestenen, waalformaat. Voor de koepel en de bakvloer.
- 200 liter vermiculitekorrels, te mengen met cement als isolatielaag om de koepel heen.
- 3 zakken van 25 vuurvaste cement, hittebestendig tot 1100 graden.
Hij rekende, inclusief verzendkosten, een kleine €500 af. Daar kun je een jaar lang elke week een pizza van laten bezorgen.
22-23 augustus
Van den bodemplaat, of ‘meneer komt erachter dat zijnen fundament niet zo haaksch is als zijn kaaklijn’.
De bodemplaat dus. Meneer nam vijf latijen van gewapend beton (6x15x100 cm) en vier ongewapende betonnen opsluitbanden (6x20x100 cm) om de bodem te vormen. Ze rustten aan beide zijden op 10 centimeter baksteen en de overspanning was daarmee 80 cm. U ziet het, meneer doet maar wat. De keuze voor het aantal lateien (sterk) danwel opsluitbanden (dik, maar niet sterk) was vooral ingegeven door de diepte van het onderstel, en de diepte van meneer’s portemonnee. Zo’n latei is toch al snel drie keer zo duur als een opsluitband. Meneer hoopte dat de lateien het gewicht van de oven zouden kunnen dragen. De opsluitbanden waren dan vooral handig als vulling. De tijd zal het leren.
Tijdens het leggen van vloerdelen bleek dat niet alleen meneer ‘ah shit’ momentjes veroorzaakt. Schoonvader Wateetons (NA-TUUR-KUN-DI-GE) had zich verrekend in de maten van de metselprofielen, waardoor het onderstel geen rechthoek vormt en de hoeken niet allemaal haaks zijn. Op het oog viel dat niet erg op. Maar toen meneer de eerste latei liet aansluiten op de voorzijde van zijn onderstel begonnen de volgende aansluitende vloerdelen als snel scheef te lopen. Ook bleken de lateien en opsluitbanden, ondanks hun catalogusdikte van 6 cm in de praktijk niet fraai op elkaar aan te sluiten. Daar kun je geen koepel op maken natuurlijk. Er was maar één oplossing, die eigenlijk voor elk probleem wel werkt: volstorten met beton!
Maar niet gewapend, natuurlijk. Stel je voor.
We besloten tot een laag van 2 cm beton bovenop de vloerdelen, en de resterende ruimte naast de betonbenden werd eveneens gevuld. De profielen, hoewel niet recht, bleken fijn te kunnen secunderen als bekistingshulpjes.
Beton. Wat een genot. Wat verschrikkelijk mannelijk! En eigenlijk heel eenvoudig. Water erbij, een beetje mengen met de troffel, gieten vanuit de mengkuip (waarbij meneer op de vloer moest staan, die ondanks zijn stalen spieren en granieten sixpack, niet brak) en vervolgens gladstrijken met een plank. ‘Rijen’, dat had meneer in Spanje al eens geleerd. Doodsimpel. Een meneer kan de was doen. Daarna moest het twee dagen drogen. Twee dagen waarin het regende (plastic), maar waarin meneer drie keer per uur verlekkerd naar zijn grijze mannenplak ging kijken.
En toen er was beton. Zo hard als meneer’s kaaklijn. Maar nog mooier.
20-21 augustus
Een nieuwe laag, een nieuwe steen. Zo’n baksteen ziet er toch net effe aantrekkelijker uit dan een kalkzandsteen, dat moet je hem nageven. Misschien dat meneer die maar stemmig geel verft. Hij heeft nog een potje staan. Voor het overige is het fundament klaar, gereed alsmede af. Zestien steenlagen, waarvan acht boven de grond. De laatste laag ligt te drogen voor meneer morgen de bodemplaat in elkaar mag gaan McGyveren. Dat heeft nog wat stenen in de aarde. Er heerst hier ter buitenhuize namelijk een ban op gewapend beton. Lang verhaal, don’t ask. Maar nu eerst spareribs eten in het dorp (of ga ik voor de kipsaté?)
13-19 augustus 2012
Er was hulp, in de vorm van Tijs, van Tijskookt.nl. Niet alleen zorgde die ervoor dat Meneer rond etenstijd met de benen over elkaar kon blijven zitten, maar na een uurtje instructie kon hij ook heel aardig specie mengen en metselen. Vier dagen lang werkten Tijs, Schoonvader Wateetons en meneer gedrieenlijk aan de pizzaoven. Hierbij dient ‘vier dagen’ gelezen te worden als ‘4 x 2,5 uur’. Langer dan dat en onze ruggen, kinderen en humeuren begonnen te zeuren. Uiteindelijk mestelden we zo’n twaalf lagen. Genoeg om ruimschoots boven het maaiveld te komen. Een mooi moment.
De twaalf lagen waren ook voldoende om de hele voorraad kalkzandsteen op te maken. Die raakte door excrementaire tegenslagen, weet u nog wel, eerder op dan gepland. Er moesten nieuwe stenen komen. Gelukkig is er binnen rijafstafstand van buitenhuisje Wateetons een serieuze bouwmarkt. Die kon kalkzandsteen leveren, maar het gebruik ervan werd ernstig ontraden door de steendeskundige vanwege weerkwetsbaarheid. Meneer reageerde verbaasd. Hij woont in een huis dat al dertig jaar staat, op kalkzandsteen. “Ah, maar dat zijn óude kalkzandstenen”. Een heel ander verhaal. Iets met vroeger was alles beter, die tijd komt nooit meer terug en was ik maar bij moeder thuis gebleven. Maar in ieder geval niet verder metselen met die hippe hedendaagse kalkzandsteen dus. Met wat dan wel? “Met niets”, luidde het antwoord. Het mengen van steensoorten zorg voor scheuren door verschillende uitzetting bij kou en warmte.“Het beste kun je hem afbreken en opnieuw opbouwen.” Gelukkig was er ook zoiets als het één na beste: doorgaan met een nieuwe laag bakstenen gevelstenen, en een enigszins flexibele voeg maken tussen de kalkzandsteen en de bakstenen. Zo geschiedde, of althans, zo zal geschieden als meneer een zak metselkalk in huis heeft. Op zondag wordt er hier in de biblebelt ter kerke gegaan, en niet gemetseld of daartoe materiaal geleverd.
20-23 juli 2012
Een lang weekend in de buiten. Meneer was er helemaal klaar voor. Scheppen. Scheppen. Scheppen. Stenen, stenen, stenen! En zo geschiedde, zij het niet helemaal ten faveure van de pizzaoven. Mevrouw Wateetons merkte op vrijdagmiddag op dat het toilet niet soepel doorliep. En dat dat eigenlijk al maanden zo was. Schoonvader Wateetons was beslist: de septictank moet gecontroleerd worden. Eén kuub zand. Die bleek te werken, maar zijn overtollig vocht niet meer kwijt te kunnen in de bezinkput. Een diagnose die overigens gesteld werd door langdurig met de handen in 40 jaar Wateetons uitwerpselen te roeren. De bezinkput moest open. Eén kuub zand. Inderdaad, deze liep niet meer leeg en moest leeg ge-emmerd worden. Eén kuub water. Uitgraven (minder dan een kuub, dus niet zeuren) en uitspuiten (met de hoge drukspuit veertig jaar uitwerpselen tussen de stenen vandaan spuiten, een speciaal genoegen) boden geen soelaas. Er zat niets anders op dan een nieuwe put te graven. Twéé kuub zand. Kon meneer toch nog een beetje metselen. Zij het niet aan zijn pizzaoven maar aan een put. Daar gingen zijn kostbare stenen, specie, weekend en rug. Na afloop ging alles weer dicht (vier kuub zand) en was een hobbelig gazonnetje, een stram lijf en een magistraal doorlopend toilet al wat resteerde van twee dagen werk.
Maar, met meneer’s biceps hebben zeker 12 kuub energie in zich. Dus tussen de bedrijven door wist hij toch wel nog af en toe een steentje te leggen aan zijn pizzaovenfundament. Hij is ondanks de excrementiale tegenslag op laag vijf.
15 juli 2012
Meneer was speciaal een dagje naar zijn buitenhuisje gegaan om aan zijn pizzaoven te werken. Of het pizzaovenvormige gat in de grond vooralsnog. Gelukkig was daar ook schoonvader Wateetons, want ook wat metselen betreft had meneer zich schromelijk overschat. Eerst moest echter het fundament gelegd worden, bestaande uit betonnen tegels. Dat kreeg meneer alleen wel voor elkaar. Netjes scheppen, netjes leggen en heel vaak de waterpas gebruiken waren de succesingrediënten. Er is een groot stratenmaker aan hem verloren gegaan. Na een uur of twee lag er een mooie vlakke ruit. Schoonvader Wateetons had ondertussen een stellage voorbereid om langs te kunnen metselen. Touwtje spannen en metselen maar. Althans, bij de eerste stenen werd duidelijk dat het diploma voor de metselcursus voor schoonvader Wateetons al weer dertig jaar achter hem lag. En voor meneer misschien nog wel langer. Maar ‘t is net als fietsen, dus na de eerste kant waren we op stoom. Om een kant later alweer te stoppen omdat de specie op was. Ai, twee zakken per laag. Maal zeventien lagen. Dat is een hoop specie, en geld. Misschien de rest maar zelf maken, met cement en zand in plaats van het gebruik van de dure aanmaakzakjes van de bouwmarkt. Maar meneer was, zelfs met een halve laag, zeer tevreden. Volgende week verder. Hij heeft er zin in. Lekker metselen.
(Op de foto’s ziet de stellage er een beetje schots en scheef uit, maar dat hij het niet. Echt.)
07 juli 2012
“Schoonvader Wateetons, heb je vanmiddag tijd om wat te gaan metselen?” vroeg meneer, vers aangekomen bij zijn buitenhuisje. “Dan ga ik zo eerst wel even scheppen.”
Ach, die meneer en zijn hartverwarmende naïviteit. De (binnen)diameter van zijn oven wordt 60 centimeter. Met alle steen en isolatielagen, deur en pijp erbij zit je dan aan een vloeroppervlak van minimaal 105×115. Tel daar voor de veiligheid 10×10 bij op, en om goed uit te komen met de metselstenen nog 5×5. Dat maakt 120×140 centimeter. Maar wacht, het fundament rust op meerdere 60×40 uitstekende betonplaten. Ik zal u de rest van het rekenwerk besparen, maar waar het op neer kwam is dat meneer op zaterdag middag even een gat van 200×170 en 60 centimeter diep groef. Ruim twee kuub aarde. Dat koste hem zijn hele middag en zijn hele rug. En toen stond zijn gast al voor de deur en kwam er niets meer van metselen. (Wel leerde van de betreffende gast van hem alles over het snoeien van fruitbomen, of in ieder geval één ding: dat meneer het fout doet).
Enfin. Er is een gat, dat neemt niemand hem meer af. 60 centimeter diep. De volgende stap wordt het waterpas plaatsen van de betonnen platen om daarop het onderstel van de oven te metselen. 60 cm onder de grond en 50 erboven.
23-24 juni 2012
Een druk weekend, met Watpleegtons in huis, dus weinig mogelijkheid tot significante klussen. Maar eindelijk besloten wáár de oven komt en de locatie van de betonnen bodemplaat (ca 150×125) gemarkeerd. ‘s Middags naar de bouwmarkt voor betonijzer en daar 3 minuten voor sluitingstijd aangekomen en onverrichter zake teruggekeerd. De Veluwe blijft de Veluwe. Misschien maar goed ook, want die avond een babbeltje gemaakt met de technisch meer onderlegde schoonvader Wateetons die voorstelde niet met een betonplaat te werken, maar een muurtje te metselen vanuit 60 cm diep, onder de vorstgrens. Zo zijn alle gebouwen op landgoed De Drie Wateetonschen gebouwd en die staan daar al 40 jaar als een huis. Niks beton. Bovendien kan hij goed metselen én hebben we nog een voorraad stenen. Nu nog kijken of de bouwmarkt de 13 zakken beton terug wil.
13 juni 2012
Het valt me op dat ik aan de datum ‘2012’ toevoeg. Blijkbaar ben ik er onbewust niet helemaal gerust op dat dit zomerprojectje niet ook een herfst-winter en lenteprojectje wordt. Maar, er is ook goed nieuws. Op loopafstand van De Drie Wateetonschen is een kachelbouwer gevestigd die meneer calcium silicaat platen (isolatie onder de bakvloer), vermiculitekorrels (isolatie van de koepel) en vuurvaste specie blijkt te kunnen leveren. Meneer vergat te vragen of hij ook vuurvaste tegels verkoopt, maar hij gaat daar wel van uit.
8-10 juni 2012
Aan de slag, met zwaar geschut natuurlijk. Bouwen is slopen, zei mijn moeder altijd. Dus om te beginnen de oude vuurplaats in elkaar geramd, voor zover twintig jaar fikkie stoken en moeder natuur dat nog niet voor elkaar hadden gekregen. Dat levert nog een verbazingwekkende hoeveelheid puin op. Fijn dat die puinzakken zo groot zijn, maar meer dan een bodempje kan meneer niet tillen, hoe hard zijn biceps ook rollen.
Bij de stenenhandel een paar dorpen verderop ging meneer de eerste lading bakstenen halen. “Een pizzaoven?” De stenenverkoper keek bedenkelijk. “Geen idee of ze dat overleven, niemand vraagt daar ooit naar.” Nu had meneer al van een pizzaovenbouwer gehoord dat bakstenen wel een vuurtje zouden moeten aankunnen, maar hij ging toch weer twijfelen. Chamottestenen zijn beter, dat wist hij ook wel. Maar ook twee euro per stuk. Doei. Een belletje naar een kachelbouwer een paar dorpen verderop (er zijn veel dorpen op de Veluwe) bracht geruststelling: zo’n pizzaoven moeten die bakstenen wel kunnen trekken. Meer dan 114 durfde meneer niet te vervoeren in de wateetonsmobiel. Dat is minder dan de helft van wat hij nodig heeft, maar ach, voorlopig eerst eens het fundament maar eens gieten. En de stenenhandel is toch maar een paar dorpen verderop.
De stenen die u links ziet liggen kreeg meneer overigens van een vriendelijke lezeres. Bij nadere inspectie bleken het betonsteentjes, gechikt voor het metselen van het onderstel maar niet voor de koepel van de oven.
Verder kocht meneer acht zakken beton van 25 kilo. Voor het fundament, 9-12 centimeter beton, 140×120. En een mengemmer. Een man heeft een mengemmer nodig. In de bouwmarkt bedacht meneer plots dat hij natuurlijk ook betonijzer nodig had. Maar hoeveel? En hoe? Zoveel vragen. Toen was het al weer zondagmiddag en moest hij naar huis. Daar eerst de google maar weer eens opstarten.
40 reacties op “Wateetons zomerproject: de pizzaoven”
Geef een reactie
Misschien vind je dit ook leuk
Ultieme patat of friet maken volgens de triple cook methode
Kan de klassieke Vlaamse friet nog beter? Nog krokanter? Ja, dat kan hij. Met de triple cook methode. Check hieronder het recept, inclusief filmpje.
Alternatief worstomhulsel: een petfles
Een petfles kan alles. Van het brouwen van cider en kombucha tot het vangen van rivierkreeftjes. Je kunt er ook worst in maken. Lees meer…
agenda
DROOM JIJ ER OOK VAN OM MIDDEN IN DE ZWEEDSE NATUUR EEN EDELHERT UIT TE BENEN?
Schrijf je nu in.
Wateetons wilde weekend
De oven kan beslist zonder.
En het is ook niet handig om tijdens het stoken de oven af te sluiten, tenzij je graag rooksignalen verstuurt.
Maar ééns de oven op temperatuur is, kan een afsluiting handig zijn, om net te snelle afkoeling tegen te gaan. Zéker wanneer je ook brood wil bakken, en water toevoegt voor stoom. Mucho stralingshitte + stoom = ideaal broodbakplatform.
dit project ga ik zeker volgen, leuk!
Gaat Meneer na (goede) afloop van dit bouwproject ook pizza- en broodworkshops organiseren? En per wanneer start de inschrijving?
Een kachelbouwer is geen ovenbouwer. Een kachelbouwer wil de warmte afgeven aan de ruimte om de kachel heen. Een ovenbouwer wil de warmte zo weinig mogelijk afgeven aan de ruimte, maar in de oven houden. Een ovenbouwer wil, zeker als ie pizza’s wil bakken, zorgen voor een hoge temperatuur binnen de oven en kan niet zonder chamottestenen. Vervolgens goed isoleren. Eenmaal op temperatuur heeft een bakker een heel programma; eerst de pizza, in enkele minuten bij meer dan 400 graden, dan een krokant Frans witbrood bij 350 tot 280 graden, dan een volkorenbrood rond de 250 graden, dan een cake bij 160 graden en als toetje kan Meneer ook nog een paté bereiden.
Ik zou toch die cursus javascript eens afmaken als ik Meneer was.