Een boterham met hartig
(Deze week vervangt meneer Janneke Vreugdenhil in NRC Next.)
Pindakaas is ‘hartig’, beweert mijn 5-jarige dochter stellig, en het mag volgens haar dan ook ’s ochtends op de eerste boterham gegeten worden. Het zal de ‘kaas’ in de pindakaas wel zijn. In het Engels heet pindakaas peanut butter, oftwel pindaboter. Ook de Fransen hebben het over boter. De reden dat wij het, als enige, over pindakaas hebben is dat de naam boter toen de pindakaas halverwege de vorige eeuw in ons land geïntroduceerd werd strikt voorbehouden was aan roomboter. Dit om de verwarring met die vermaledijde margarine te voorkomen. (Iets wat overigens nog altijd niet helemaal gelukt is. Johannes van Dam kan er boeken over vullen). Aan de zuiverheid van de naam ‘kaas’ hechtte men blijkbaar niet zo erg. Er zijn er desondanks velen die, ook in Nederland, de term peanut butter naar de letter volgen en het goedje gebruiken als onderlegger voor komkommer, jam, kaas (sic) of banaan. Van die laatste combinatie lustte Elvis bijvoorbeeld wel pap. Hij tikte in zijn nadagen als ontbijt makkelijk 12 tot 15 in spekvet gebakken boterhammen belegd met banaan en pindakaas weg. Goed voor zo’n 5000 kilocalorieën. Een groot artiest.
Enfin, boter- kaas, mag ik, om van het gedonder af te zijn, op deze plaats de term pindapasta voorstellen? Het allitereert ook nog eens geweldig, een niet te onderschatten voordeel.
Ingrediënten voor een pot pindapasta
- 400 gram gezouten pinda’s
- 60 gram pindaolie
- Optioneel: 20 gram suiker
Gezouten pinda’s zijn tamelijk zout. Dat zal je ergens niet verbazen. Spoel daarom de helft van de pinda’s grondig af onder de kraan. Maal alle pinda’s, met de olie, langdurig in de keukenmachine. Wellicht zul je, al naar gelang de kwaliteit van je apparatuur, merken dat je de pindapasta niet zo fijn krijgt als die van de grootgrutter. Niks aan te doen. En, moet je maar denken, mensen betalen meestal extra voor crunchy. Als je de pindapasta wat licht van kleur vindt kun je de pinda’s voor het malen even bijroosteren in een droge pan. Dit geeft ook enige smaakverdieping. Je kunt natuurlijk ook ongebrande pinda’s gebruiken als basisingrediënt, of ongedopte, of ongedopte én ongebrande pinda’s. Of koop een pindaplant.
Geef je pindapasta een extra kick door er naar smaak sambal, sesamzaad, gemalen komijn, gember of ketjap doorheen te mengen. En als je er wat melk bijmengt heb je pindasaus, een fijn bijgerecht voor de Indonesische maaltijd. Of voor op je patatje oorlog.
Een schepje suiker vinden sommigen ook wel lekker. Maar dan is het natuurlijk niet hartig meer.
Waarom neem je gezouten pinda’s als je het zout er toch weer afspoelt? Kun je dan niet beter meteen ongezouten pinda’s nemen? Of heb je allebei uitgeprobeerd (zou me in jouw geval niks verbazen) en blijkt een licht overgebleven zout smaakje toch lekkerder?
P.S. Nooit gedacht dat ik me als groot pindakaasvrezer (ahrg, die lucht alleen al!) dankzij jouw schrijfsels zo zou gaan interesseren voor het onderwerp. Driewerf hulde dus 🙂
Overigens zijn pinda’s zacht genoeg om in een stenen vijzel fijn te worden gemalen. Ik weet niet of het resultaat dan grover of fijner wordt in de keukenmachine, mijn gevoel zecht fijner. Maar ik kan daar niet achter komen, want ik heb geen keukenmachine. Wellicht dat iemand anders (meneer? 😀 ) die proef kan uitvoeren?
Pindasaus over de frietjes, héérlijk. maar pindakaas? nee, thnx. Die lucht inderdaad alleen al, mwah
En waarom geen ongezouten pinda’s gepakt? Is daar een reden voor?
@1, @3: Omdat slechts de helft afgespoeld wordt. De rest blijft gezouten volgens het stukje…
Gefeliciteerd overigens met uw NRCNext schrijfsels!
Pindakaas = vies, pindasaus = lekker. Zijn toch de dezelfde ingredienten, in grote lijnen. Raar dat mensen (zoals ik) wel het een en niet het ander blieven…. Komt dat door de textuur?
Canada, 1972. Ik was nog jong … ik had daar neefjes en nichtjes op wie ik een onuitwisbare indruk maakte door hùn peanut butter om te toveren in ‘Indonasian pindasauce’, met een beetje sambal en melk. Werelden ontmoetten elkaar. Werelden in botsing ook, want ze begrepen maar niet dat daar zoveel glazen water op gedronken moesten worden.
Een jongen voor Vaderlandsch dienstplicht opgeroepen
kon zich niet op broederdienst of onmisbaarheid beroepen
hij heeft toen zijn dienstplicht kunnen ontlopen
Door heel eenvoudig een potje pindakaas te kopen
Hij smeerde het spul royaal op zijn billen
om bij de medische keuring zijn honger te stillen
de rekruten stonden klaar voor het onderzoek
en onze antiheld stak een hand in z’n onderbroek
De keuringsarts dacht ‘die gast is volkomen maf’
‘hij krabt zijn kont en likt zijn vingers verlekkerd af’
Deze arts was naïef of kon de grap wel waarderen
en besloot onze soldaat te demobiliseren
de moraal van deze anekdote is gebleven
pindasaus of pindakaas, het is om het even
beide lijken qua substantie en bereidingsproces
toch nog het meest op honden,- of mensenfaeces
hij’s mooi
Half gezouten en half ongezouten pinda’s? ‘t Is maar een idee…
Meneer propageert vooral het gebruik van supermarktproducten. En die zijn in geval van pinda’s meestal gezouten. Vandaar. Maar omgezouten mengen met gezouten kan natuurlijk uitstekend.
Ik zou toch kiezen voor gezouten en gedopte. Dan hoef je geen ongezouten te kopen.
:evil::sad::eek::razz::grin::smile::twisted: